Symbiose…

Ooit, heel erg lang geleden, besloten katten dat er voordelen waren aan het wonen bij mensen. Er waren veel muizen te vangen en hier en daar kon je nog wel eens iets meepikken van wat de mensen aten. Een kat besluit immers zelf of ze ergens wil wonen of niet, tenzij je hem of haar opsluit natuurlijk. Als je echt heel erg veel geduld hebt, kan je ze een paar kunstjes leren, enkel en alleen als het poezedier er zelf ook zin in heeft! Voor de rest doen ze wat ze willen, vangen hier en daar nog een muis of een vogeltje, gewoon voor de sport. Want voedsel krijgen ze meer dan genoeg, door gewoon met grote ogen bij hun bordje te gaan zitten en een klaaglijk MIAUW te laten horen…

Het is nogal vanzelfsprekend dat die katten verwelkomd werden, want hoe hield je anders de muizen en andere knaagdieren weg van je graanvoorraden? De poezedieren die zo slim waren om wat te gaan flemen, werden bovendien nog getrakteerd op melk of etensresten. Handig, want een goeie manier om aan vlees te geraken waar je zelf niet op kan jagen! Als je schattig en aanhankelijk genoeg was, kon je stilaan opklimmen van nuttige bondgenoot in de jacht op ongedierte, tot luxe knuffeldier.

Natuurlijk bleven ze hautain en mysterieus. Geen haar op hun donzige lijfje dat er aan denkt om zich te onderwerpen, zoals hun aartsvijanden de honden! Luisteren kan alleen als ze er direct voordeel bij verwachten en dan nog doen ze vooral hun eigen zin. Knuffelen gebeurt ook op hun eigen voorwaarden en als je over de lijn gaat, word je getrakteerd op tanden en klauwen. Soms ook zomaar, zonder aanleiding, zodat wij mensen onze plek zouden weten en niet vergeten wie superieur is…

Ze lummelen wat rond, spelen, leggen beslag op de beste plekjes in huis om te slapen of te luieren, poseren voor foto’s als ze er zin in hebben, zorgen ervoor dat jij hen van voedsel voorziet en brengen uit dankbaarheid af en toe een muis of een vogel mee als kado. Een zoenoffer, om je te tonen dat zij ook voor eten kunnen zorgen als dat nodig is. Als we hen dan bestraffend toespreken kijken ze ons smalend aan, hoe dom toch die mensen…